dinsdag 1 april 2014

Zeg maar Bartimeus.




        “Natuurlijk heb ik een eigen naam. Maar die kennen ze hier niet. Ze hebben het hier altijd over die blinde jongen van Timeus. Ik heb mijn eigen plekje. Nee, niet in de poort, die is voor wijze mannen.
Nee, mijn plekje is deze steen net buiten de stad. Hier wacht ik op mensen die langs komen. Misschien schuiven ze me wat toe. Ik moet toch ook leven!
Ik luister naar wat en wie op me af komt en stem mijn tactiek daarop af. Er komt hier veel langs hoor. Van ver hoor ik ze aankomen.
Marcherende soldaten met stampende laarzen. Van hen hoef ik niets te verwachten.
Een karavaan. Zijn het ezels of kamelen? Rijk beladen? Met wat? Is het een grote groep? Komen ze van ver, zijn ze dicht bij huis? Zijn het landgenoten of buitenlanders? Zoeken ze hier een rustplaats of trekken ze door? Hoe zal ik het aanpakken?
Er zijn er ook die hier dagelijks voorbij komen.
Elke dag komt hier een leviet voorbij. Met driftige passen. 's Ochtends naar Jeruzalem, 's avonds weer terug. Altijd maar druk, druk, druk. Als ik hier zit gaat hij vlug naar de overkant van de weg. Geen tijd natuurlijk.
Ook komt hier elke dag een priester langs. 's Ochtends met haastige passen om naar de tempel te gaan. 's Avonds terug met vermoeide passen. Ziet mij niet zitten, teveel gesprekken  moeten voeren, denk ik.
Verder een samaritaan op zijn ezeltje. Wat hij hier elke dag doet? Ik  zou het niet weten. Regelmatig krijg ik wat van hem. Aardig, hè.
En jij, je komt hier voor het eerst in Jericho? Heb je handel bij je? Zie je daar het tolhuis? Pas een beetje op voor Zacheus. Het is nog al een hebberig type.
Bedankt voor het luisteren naar me en als je nog eens in de buurt bent vraag dan naar Bartimeus, die kennen ze wel.”


Sjaak de Muijnck, maart 2014.

  

1 opmerking:

  1. Mooi verhaal en makkelijk te lezen. Het verhaal van de Barmhartige Samaritaan komt hiermee plotseling veel dichterbij. Het gebeurt elke dag, hier en nu!
    Piet Ploeg.

    BeantwoordenVerwijderen