“Natuurlijk heb ik een
eigen naam. Maar die kennen ze hier niet. Ze hebben het hier altijd over die
blinde jongen van Timeus. Ik heb mijn eigen plekje. Nee, niet in de poort, die
is voor wijze mannen.
Nee, mijn plekje is deze steen net
buiten de stad. Hier wacht ik op mensen die langs komen. Misschien schuiven ze
me wat toe. Ik moet toch ook leven!
Ik luister naar wat en wie op me af
komt en stem mijn tactiek daarop af. Er komt hier veel langs hoor. Van ver hoor
ik ze aankomen.
Marcherende soldaten met stampende
laarzen. Van hen hoef ik niets te verwachten.
Een karavaan. Zijn het ezels of
kamelen? Rijk beladen? Met wat? Is het een grote groep? Komen ze van ver, zijn
ze dicht bij huis? Zijn het landgenoten of buitenlanders? Zoeken ze hier een
rustplaats of trekken ze door? Hoe zal ik het aanpakken?
Er zijn er ook die hier dagelijks
voorbij komen.
Elke dag komt hier een leviet voorbij.
Met driftige passen. 's Ochtends naar Jeruzalem, 's avonds weer terug. Altijd
maar druk, druk, druk. Als ik hier zit gaat hij vlug naar de overkant van de
weg. Geen tijd natuurlijk.
Ook komt hier elke dag een priester
langs. 's Ochtends met haastige passen om naar de tempel te gaan. 's Avonds
terug met vermoeide passen. Ziet mij niet zitten, teveel gesprekken moeten voeren, denk ik.
Verder een samaritaan op zijn ezeltje.
Wat hij hier elke dag doet? Ik zou het
niet weten. Regelmatig krijg ik wat van hem. Aardig, hè.
En jij, je komt hier voor het eerst in
Jericho? Heb je handel bij je? Zie je daar het tolhuis? Pas een beetje op voor
Zacheus. Het is nog al een hebberig type.
Bedankt voor het luisteren naar me en
als je nog eens in de buurt bent vraag dan naar Bartimeus, die kennen ze wel.”
Sjaak de Muijnck, maart 2014.
Mooi verhaal en makkelijk te lezen. Het verhaal van de Barmhartige Samaritaan komt hiermee plotseling veel dichterbij. Het gebeurt elke dag, hier en nu!
BeantwoordenVerwijderenPiet Ploeg.