16 En de krijgsknechten leidden
Hem binnen in de zaal, welke is het rechthuis, en riepen de ganse bende samen; 17 En
deden Hem een purperen mantel aan, en een doornenkroon gevlochten hebbende,
zetten Hem die op; 18 En begonnen Hem te groeten, zeggende: Wees
gegroet, Gij Koning der Joden! 19 En sloegen Zijn hoofd met een
rietstok, en bespogen Hem, en vallende op de knieen, aanbaden Hem. 20 En
als zij Hem bespot hadden, deden zij Hem den purperen mantel af, en deden Hem
Zijn eigen klederen aan, en leidden Hem uit, om Hem te kruisigen. 21 En
zij dwongen een Simon van Cyrene, die daar voorbijging, komende van den akker,
den vader van Alexander en Rufus, dat hij Zijn kruis droeg. 22 En zij
brachten Hem tot de plaats Golgotha, hetwelk is, overgezet zijnde,
Hoofdschedelplaats.
Wij denken dat bovenstaande goed weergeeft wat er met Jezus
gebeurde op het moment dat hij een purperen mantel omgehangen kreeg, een
doornenkroon werd opgezet en verder bespot werd.
Fabian en Mirjam Moes
Geen opmerkingen:
Een reactie posten