Simon van
Cyrene komt de stoet die op weg is naar Golgotha tegen. Hij komt van het land
en wil de stad ingaan terwijl de soldaten en het volk de stad uitgaan om Jezus
en nog twee misdadigers te kruisigen. De soldaten presten Simon om het kruis
van Jezus te dragen omdat Jezus leek te bezwijken onder de last ervan. Simon
zal dit ook wel gezien hebben maar wilde daar zo snel mogelijk van weglopen, de
stad in, naar huis. Daarin verschilt hij niet van ons, mensen van de 21e
eeuw. Hoe dikwijls kijken wij de andere kant op en willen we niet het leed van
onze medemens op onze schouders nemen om mee te helpen dragen?
In onderstaand
lied van Jan Wit (NLB 649) gaat het ook over een Simon (bijgenaamd Petrus).
Maar in die Simon worden we allemaal aangesproken en bevraagd. Niet om geprest
te worden, zoals Simon van Cyrene, maar om Hem te volgen uit liefde.
O Heer, blijf toch niet vragen.
Gij weet dat ik U haat,
dat ik geen kruis wil dragen,
niet gaan waarheen Gij gaat.
O Heer, blijf toch niet vragen.
O Heer, heb mededogen.
Vraag toch niet weer. Gij weet
dat ik U steeds verloochen,
dat ik U steeds vergeet.
O Heer, heb mededogen.
Gij vraagt ten tweeden male.
Gij, Herder, spreekt zo zacht
van schapen die verdwalen
en kermen in de nacht.
Gij vraagt ten tweeden male.
Heer, blijf mij niet ontroeren.
Ik stond wel voor U klaar,
als ik een zwaard mocht voeren;
maar dit is mij te zwaar.
Heer, blijf mij niet ontroeren.
Ten derden male vraagt Gij.
Gij laat niet van mij af.
Mijn haat, mijn opstand draagt Gij,
begraaft ze in uw graf.
Ten derden male vraagt Gij.
Gij weet toch alles, Here.
Ik heb U lief. Gij weet:
liefde zal mij verteren,
zelfs als ik U vergeet.
Gij weet toch alles, Here.
O Heer, vraag altijd verder.
Uw liefde triomfeert.
Huurlingen worden herder.
Het offerlam regeert.
O Heer, vraag altijd verder.
Jos deTroije
In het LBK-1973 was dit gezang 83. Gelukkig is het opgenomen in het NLB-2013 onder lied 649. Prachtige tekst. Maar ook zeer confronterend.
BeantwoordenVerwijderenPiet Ploeg.